Vertalingen se hâter FR>NL
[səˈɑte]1 se dépêcher - zich haasten
'Hâtez-vous, nous allons être en retard.'
Haasten jullie je een beetje, anders komen we te laat.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
se hâter (ww.) | haast maken (ww.) ; ijlen (ww.) ; jagen (ww.) ; jakkeren (ww.) ; opschieten (ww.) ; overhaasten (ww.) ; reppen (ww.) ; stressen (ww.) ; vliegen (ww.) ; voortmaken (ww.) ; zich haasten (ww.) ; zich spoeden (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `se hâter`

Voorbeeldzinnen laden....